Innovatie Programma Veen afgerond, eindrapportage beschikbaar
Het Innovatie Programma Veen heeft onlangs in een feestelijke bijeenkomst de eindrapportage ‘Samen 5 jaar zoeken naar duurzaam landgebruik in het veenweidegebied 2017-2022’ opgeleverd.
‘Is het mogelijk: agrarische bedrijfsvoering in de veenweidegebieden en vernattingsmaatregelen voor bodembehoud?’
Met die vraag is vijf jaar geleden het Innovatie Programma Veen van start gegaan. Na vijf jaar onderzoek en experimenteren kunnen we concluderen dat een andere manier van landgebruik pionieren is. Het IPV, gestart in 2017, komt voort uit de behoefte van de Noord-Hollandse agrarische sector, natuurbescherming en overheden. Zij deden onderzoek naar de mogelijkheden voor veenbehoud met behoud van melkveehouderij of nieuwe natte teelt zoals lisdodde en azolla.
De rode draad van het onderzoek was het remmen van bodemdaling en het verminderen van broeikasgas uitstoot, zonder dat het verdienmodel van de boer erop achteruit gaat. De praktische aanpak, gestoeld op een economische basis voor de landbouw, geeft waardevolle inzichten in maatregelen voor veenbehoud en de invloed van die maatregelen op onder andere bodemdaling, broeikasgasuitstoot, waterkwaliteit, biodiversiteit en landschap.
Gedeputeerde Esther Rommel (Natuur en Bodemdaling) kreeg het eerste eindrapport overhandigd tijdens het slotsymposium van het Innovatie Programma Veen. ‘Ik ben er trots op dat in korte tijd zoveel is bereikt. We weten nog niet alles, maar zien genoeg mogelijkheden om de bodemdaling daadwerkelijk aan te pakken’. Zei zij hierbij.
Omdat vernatten van de bodem zorgt voor veenbehoud en broeikasgasuitstoot vermindert, zijn twee maatregelen onderzocht: melkveehouderij met een hoger grondwaterpeil en natte teelten.
Melkveehouderij met hoger grondwaterpeil
Bij melkveehouder Elmer Kramer in Assendelft is drukdrainage in een perceel aangelegd en zijn bestaande greppels gebruikt om water in te laten. De drukdrainage en de greppelinfiltratie brengen (vooral in de zomer) water in de graslandpercelen, waardoor de bodem natter blijft en het veen beter behouden blijft. Bij beide maatregelen is vastgesteld dat ze bijdragen aan veenbehoud, de bodemdaling remmen en de broeikasgas uitstoot verminderen. Het sturen met water vergt wel nieuwe kennis en investeringen.
Natte teelten
Lisdodde en azolla zijn als nieuwe teelten getest in het Zuiderveen. Deze natte teelten groeien met een grondwaterstand net onder of boven het maaiveld. Er is nog weinig ervaring met natte teelten. Het IPV was één van de eerste initiatieven die op grotere schaal onderzoek deed naar het zaaien, planten, groeien en oogsten. Afgelopen vijf jaar is hier veel waardevolle kennis over opgedaan. Over optimale zaaitechnieken, de voedingsvraag van het gewas en plagen en ziektes bijvoorbeeld. Ook is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de nieuwe teelten te vermarkten. De conclusie: er liggen kansen voor de afzet van lisdodde en azolla, bijvoorbeeld als bouwplaten, als substraatteelt, als veevoer, als isolatie en zelfs als textiel. Maar er zijn nog veel onzekerheden. Natte teelten zijn nog geen bedrijfszeker alternatief voor agrariërs. Ook is meer onderzoek nodig naar de broeikasgasuitstoot van de teelten.
Vijf jaar meten is kort
Het IPV heeft vijf jaar zeer divers en intensief gemeten. Dit heeft veel informatie opgeleverd. Maar een meetreeks van vijf jaar is kort. Met name voor bodemdaling en broeikasgasuitstoot is een langere meetreeks van zo’n 10 jaar nodig om goede conclusies te kunnen trekken. Dat komt doordat beide uitdagingen door vele factoren beïnvloed worden. Denk aan bodemtemperatuur, type bodem, bodemleven, het weer, bemesting, waterkwaliteit en vorm van beweiding of type teelt. Het doen van de metingen bracht ook uitdagingen met zich mee. Het meten van broeikasgasemissie en bodemdaling bij lisdodde was bijvoorbeeld nog niet eerder gedaan. In het IPV zijn daarom verschillende meetmethodes ontwikkeld. De komende jaren zullen metingen worden gecontinueerd zodat er langere meetreeksen opgebouwd worden.
Samenwerking
Samenwerking is essentieel in een innovatief programma en het met elkaar meedenken bleek cruciaal te zijn voor de resultaten van het IPV. Doordat lokale overheden, de provincie Noord-Holland, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, de gemeente Zaanstad, Water, Land & Dijken en Landschap Noord-Holland goed met elkaar samenwerkten, kon het IPV grote stappen zetten. Wetenschappers, adviseurs en vrijwilligers, allemaal speelden ze een cruciale rol bij het vinden van oplossingen
Vervolg
De IPV-locatie Zuiderveen (natte teelten) zal als proeflocatie blijven fungeren Hierbij zal op landelijk niveau samengewerkt worden met andere proeflocaties zoals het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC) en locaties in de provincie Friesland.
Agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken is bezig met het oprichten van een loket veenweideboeren. Binnen dit loket komt kennis, subsidie en advies beschikbaar met betrekking tot vernattingsmaatregelen.
De IPV Eindrapportage 2017-2022 kun je hier lezen: http://www.innovatieprogrammaveen.nl/wp-content/uploads/2022/05/IPV-Eindrapportage_A4_DEF.pdf
Bekijk hier de video Innovatie Programma Veen: Samen vijf jaar zoeken naar duurzaam landgebruik in het veenweidegebied: https://www.youtube.com/watch?v=X6S5BCQdqr4
Voor vragen kun je contact opnemen met:
Roel van Gerwen (programmamanager IPV), Natuurlijke Zaken (zakelijke dienstverlening Landschap Noord-Holland), mobiel: 06 33 34 69 76, e-mailadres: r.vangerwen@natuurlijkezaken.nl